Haantjesgedrag
Ik zit op de bank met een warme kop koffie. Normaal gesproken kan ik moeilijk stil zitten, maar heb me voorgenomen om even te genieten van een momentje helemaal niets. De moestuin moet nog winterklaar worden gemaakt, maar dat kan ook nog even wachten. Ik wil net een slok nemen, als ik opgewonden stemmetjes van buiten hoor klinken. Mijn jongens en hun twee vrienden komen het pad op met iets onder een jas. Het is blijkbaar iets breekbaars, want ze doen er heel voorzichtig mee. Als ik naar buiten kom, kijken ze me aan. Ik weet dat mijn momentje rust tot einde komt, nog voor het is begonnen. Kijk mam; “ we hebben een kip gevangen en we noemen haar Bandy want ze was abandoned, snap je?”, zegt mijn oudste.

En dan herinner ik mij iets wat ik in een gekke bui tijdens een wandeling een half jaar daarvoor zei. We liepen langs een verlaten boerderij waar een niet zo’n best uitziende kip moederziel alleen rondliep. “Als jullie de kip vangen, mogen jullie haar houden”, zei ik met een knipoog tegen mijn zoons, maar die knipoog hebben ze denk ik nooit gezien. Stiekem leek het mij ook wel een mooi moment om mijn man op die manier te overtuigen toch kippen te gaan houden. Zo’n zielige beestje kon je daar toch niet aan haar lot overlaten? De jongens deden wat pogingen maar het lukte niet. Het kippetje was zo goed in het in haar eentje overleven, dat ze zich niet liet vangen.
Onderweg naar huis benadrukte mijn man nog even echt geen zin te hebben in een ren te bouwen met al die klussen voor de boeg. En een ren zou er sowieso moeten komen met de vossen, roofvogels en onze terriër in de buurt.
Maar goed de jongens zijn mijn uitdaging dus alsnog aangegaan en nu hebben we een kip. Erger nog, een kip met een naam! Ik moet er wel om lachen maar kan niet verzinnen hoe we de kip veilig kunnen houden voor in ieder geval onze lieve hond Skipper.

Op zoek naar kippengaas en hout waarmee ik een tijdelijke ren kan maken, schrik ik als ik zie dat Skipper buiten ligt terwijl Bandy rustig aan het scharrelen is. De kinderen vertellen dat ze hem al hadden laten wennen aan de kip en dat hij echt niks doet. Hij vond haar zelfs zo lief dat hij haar had gelikt. Terwijl ze de nieuwe vriendschap tussen de twee dieren aan het beschrijven zijn, zie ik uit mijn ooghoeken Skipper van kippenknuffelaar veranderen naar zijn ware aard, namelijk: jachthond! Het volgende moment lijkt in slowmotion te gebeuren. Vanuit verschillende hoeken uit de tuin rennen skipper en ik op de kip af. Het arme beest weet niet wat haar overkomt! Het gegil van de kinderen wordt overstemd door een kuukelekuuu!! Bandy fladdert omhoog en Skipper maakt een halve koprol naar voren. Verbaasd draait hij om en probeert een veertje uit zijn bek te krijgen. Een van de vriendjes van mijn zoon (kennelijk een kampioen kippenvangen) vangt Bandy en ik duik in het gras om Skipper te vangen.
“Wow, dat ging net goed jongens!”, roep ik opgelucht. Als we allemaal weer op adem zijn gekomen zegt het vriendje; “Ik bel mijn moeder wel even, want volgens mij is het een haan zonder kam. En mijn vader wil graag een haan bij de kippen.” Een uurtje later verschijnt de moeder en stopt de kip…uuh de haan met het grootste gemak in een doos. Het is wel duidelijk waar haar zoon zijn skills vandaan heeft.

De rust is wedergekeerd en de vriendjes zijn naar huis. Ik heb nieuwe koffie gezet en wil net gaan zitten als de jongens met emmer binnenkomen. In de emmer zitten drie schattige molletjes die bij het hek van de moestuin omhoog zijn gekropen. “Ik kom er aan jongens, even mijn koffie opdrinken.”, zeg ik met een zucht…
P.s. Het gaat goed met Bandy en zijn kippen. Hij is helemaal ‘the man’ in zijn nieuwe tuin. De mollen zijn naar een bos in de buurt gebracht en maken het waarschijnlijk goed.