Eigen boontjes doppen
Er zijn een aantal huishoudelijke dingen waar ik diepe weerstand tegen koester. Het doen van de boodschappen staat daarbij met stip op 1. Ik was dan ook dolgelukkig toen ik vorige zomer mijn bezoekjes aan de supermarkt kon verminderen. Niet omdat ik beter was geworden in het plannen van boodschappen doen voor de hele week, maar omdat er eten uit de tuin kwam!

Toen de kinderen klein waren hadden we in onze oude tuin al eens een moestuinbak gemaakt. Een kleintje vanwege ruimtegebrek en om de kinderen te laten zien waar groenten vandaan komen. Dat alleen de radijsjes en courgettes, aka; de allervieste groentes van de heeele wereld naar boven kwamen, hielp niet mee om hun interesse te wekken. Het bezoekje aan de boer om te laten zien waar melk vandaan kwam, had meer succes. De zomer daarop stond de bak dan ook vol oneetbare paddenstoelen en onkruid.


Maar nu met meer ruimte op de boerderij, had ik een andere missie namelijk; proberen elke dag van eigen groenten en fruit te eten. Gezond eten en dus ook zo weinig mogelijk boodschappen te hoeven doen. In November begon ik aan de ‘no-dig’ methode. Volgens experts de makkelijkste manier om je grond zaai-klaar te maken op een voor de bodem zo vriendelijk mogelijke manier. Dit doe je door stukken karton op de toekomstige moestuin uit te spreiden en daaroverheen organisch materiaal te leggen. Het karton zorgt er voor dat alles daaronder afsterft, met uitzondering van de bodembeestjes natuurlijk. Door de regen en doordat je er organisch materiaal op gooit, composteert het karton en vervolgens heb je een super mooi zaaibedje. Een peulenschilletje, althans zo leek het.

Ik haalde grote dozen bij de fietsenwinkel die ik op de plek waar de groentetuin moest komen, uitspreidde. Na dagen kruien en compost en bladeren op de dozen scheppen, was ik blij dat de natuur de rest zou doen. Maar toen ik in Maart klaar stond met mijn schepje en zakjes biozaadjes, lagen de dozen er nog net zo bij als in de winter. Onder het karton was het gras weliswaar bleekjes geworden, maar dat was alles. Zelfs al zouden we willen ‘diggen’ dan was dat niet eens mogelijk in de bijna ondoordringbare grasbodem.


Toch maar weer moestuin bakken maken dan. Ik rekende uit dat we ongeveer 9 grote bakken nodig hadden om met z’n vieren van te kunnen eten. Het fruit en de uit de kluiten gewassen groenten plantte ik, naast de bakken (toch een beetje graven dus). Mijn man timmerde een hek om de hond die graag zijn pootje optilt en de hongerige reeën tegen te houden. Na al twee weken zagen we de radijsjes, de inmiddels favoriete groenten van de jongens, opkomen (1-0 voor moeder). Al snel volgden wortels, aardappelen, broccoli, kolen, bieten, bloemkool, sla en allerlei soorten boontjes, Ik was helemaal in de wolken en moest even slikken toen we op vakantie gingen. Met tegenzin gaf ik het tuinschepje over aan de huisoppassers.
Het had wat voeten in de aarde en natuurlijk zijn er veel dingen mislukt, maar in een paar maanden leerde ik meer over planten en het inmaken en wekken van groenten dan in al die tijd daarvoor. En ja, boodschappen doen kost minder tijd, maar verse groente en fruit uit je eigen tuin “shoppen” geeft zo veel voldoening! Ik sta al weer te popelen om te beginnen!

